Voor de kathedraal, met het graf van de apostel Jacobus?
Voor het historisch centrum?
De Galicische keuken?
Of voor de eeuwenoude pelgrimsroute zelf?
Volgens de 'ouderlingen'/voorgangers (ervaringsdeskundigen, mensen die 't kunnen weten dus) is Santiago de Compostela een charmante stad vol historisch erfgoed. Een stad met wat reliëf ook, waar je kunt klimmen en dalen en dus veel belle-vuen hebt. De oude binnenstad staat niet voor niets op de werelderfgoedlijst van Unesco.
Het meest iconische bouwwerk van de stad is uiteraard de kathedraal. Ze bevat trouwens het grootste wierookvat ter wereld. Het spektakel met de botamufeiro moet sowieso 'blijven hangen'. Naar 't schijnt ligt heel de binnenstad vol met architectonische hoogstandjes die de moeite waard zijn. En dat zijn niet alleen middeleeuwers... Ik word even lyrisch van de Cidade de Cultura de Galicia.
De ruimere omgeving blijkt ook meer dan de moeite waard te zijn. Fisterra om te beginnen, Finisterre, het einde van de wereld, op wandelafstand van Santiago, nog geen honderd kilometer. Dat laatste stuk kan er ook nog wel bij, vooral met Bert die me de laatste week komt vergezellen om samen 'tot aan de andere wereld' te gaan, het schiereiland met Murxia waar de rotsen steil naar beneden denderen, of naar boven klimmen zo u wilt, recht in of uit de Atlantische Oceaan.
Verder bulkt Galicië van kathedralen en kloosters maar ook van wereldse gebouwen zoals het Pazo de Oca, het kustdorpje Cambarro of het middeleeuws Noia. Misschien moeten we van Galicië, zo mooi bezongen door Julio Iglesias, later een apart reisdoel maken.
Van Julio gesproken... flamenco verwacht ik hier niet; dit deel van Spanje werd vroeger door de Kelten bewoond en de Galicische muziek is met de doedelzak een muziekstijl waarop ik me makkelijk naar m'n Keltische oorsprong zal laten meevoeren.
De Galicische keuken is trouwens ook niet te versmaden, naar 't schijnt. Niet dat ik sta te springen voor pulpo (octopus) of de iconische Santiagotaart (amandelen) maar de visgerechten en vooral de zeevruchten (al dan niet verwerkt in een paella of een stoofpotje) zullen me wel kunnen bekoren. Het symbool van Santiago is niet voor niets de Sint-Jacobsschelp, hoop ik dan maar. Trouwens, voor de lokale 'tepelkaas' (de Tetilla) maak ik graag een uitzondering op mijn kaasdieet... 😀
En vermoedelijk zal ook de tweeduizend jaar oude de wijnproductie uit deze streek wel een zondeke rechtvaardigen. Een mens kan ook geen hele dagen olijven eten...
Voor een pelgrim is de weg echter het doel. De Sint-Jacobsweg was in de middeleeuwen een van de belangrijkste pelgrimstochten. Nu nog, vermoed ik, ook al liggen de 'beweeg'redenen anders. De adembenemende natuur in Galicië, de cultuursteden zoals Pamplona, Burgos, Léon..., de sportieve uitdaging, het samen-gevoel onder pelgrims... Jawel, ook de Camino zelf is Unesco-werelderfgoed.