De Célé heeft zijn bedding gegraven in een kalkstenen plateau van 200 meter hoog. Het GR 651-pad, afwisselend in de vallei en op het plateau, belast de kuiten en knieën... Hoe lastig de klim soms is, deze kliffen, gevuld met onze en ivoor, worden ongetwijfeld een van de geneugten van Le Chemin.
Bij het verlaten van Figeac begint de eerste klimpartij naar de 'causses', kalksteenplateaus waar we 4-5 dagen zullen lopen. Heerlijke paden omzoomd met droge stenen muren
slingeren door de bossen van buxus, eiken, kleine esdoorns en jeneverbes en met tientallen bronnen quagnard, zuiver en zoet water.
En dan te weten dat er hier ondergronds nog honderden bronnen opleven en mysterieuze rivieren ontspringen.
In Saint-Sulpice lijken, of beter: zijn de huizen tegen de bergwand geplakt.
Over het landschap verspreid staan honderden hunebedden, het bewijs van het religieuze belang van deze plek voor onze voorouders.Lopend van dorp naar dorp zien we ruïnes van boerderijen en traditionele woningen. Door een of ander vuil beestje zijn de wijngaarden hier verwoest en begon de verarming en de leegloop van de Lot-streek;
We eindigen de dag in Espagnac, een prachtig maar doods dorp aan de oevers van de Célé. Het dorp bestaat uit de overblijfselen van een oud Augustijns nonnenklooster dat tijdens de revolutie werd verlaten. Ooit woonden hier 400 mensen, nu nog 100.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.