Het is de eerste keer dat het anderhalf uur naar de luchthaven zo ambigu aanvoelt. Ook al is het leven permanent afscheid nemen, het went maar niet, ook niet 'met de jaren'. Het is je vertrouwde omgeving, zekerheden, comfort en vooral mensen achterlaten die jou graag zien en die je zelf graag ziet, dat raakt een snaar. Zelfs als het vooruitzicht prettig is. Ik voel mezelf heen en weer slingeren tussen egoïsme, zinvol avontuur en spanning maar het is vooral dankbaarheid die het haalt, dat deze opportuniteit me, alweer, gegeven wordt. Het lichaam en de geest willen mee, mijn omgeving staat er achter en het weer in Andalusië maakt het eens zo aantrekkelijk.
De vijf komende weken worden ongetwijfeld weer een reset naar mijn fabrieksinstellingen, een oefening in 'dichter bij mezelf'. Dat mogen en kunnen is in deze veeleisende tijden een onvoorstelbare luxe.
De via de la Plata, met zijn vele historische (Romeinse) littekens, z'n ongereptheid,
eenzaamheid en eindeloosheid is sowieso al een minder populair broertje van de Camino's die ik eerder deed. De Romeinse wegen verbonden, van zuid naar noord, enkele zeer belangrijke Moorse en Romeinse steden: Sevilla, Merida, Salamanca, Zamora, Astorga... Op cultuurhistorisch vlak had 't slechter gekund.
Eeuwen na de Romeinen gebruikten de Arabieren deze prachtige geplaveide wegen bij hun conquista (verovering) van het schiereiland, en later, met de christelijke herovering, de reconquista, deden en doen o.a. pelgrims naar het graf van Jacobus dat ook nog. Het wordt levende geschiedenis op deze 'balata' (de benaming "plata" heeft niets te maken met zilver maar met het Arabische woord Balata, verharde weg).
Dit pad is bekend onder verschillende namen: Vía de la Plata, ruta de la Plata en Camino Mozarabe, die vanaf Zamora tot in Santiago overgaat in de Camino Sanabrés. Enfin, dat is het plan, geen keurslijf. Naast de olijfgaarden van Andalusië en de uitgestrekte weiden (hopelijk zijn 't geen vechtstieren als ik er doorheen moet) van Extremadura is de 'Plata' gekend voor zijn desolaatheid, eenzaamheid en eucalyptus- en eikenbossen en daardoor veel minder gefrequenteerd en dus ook minder voorzien van albergues.
Maar geen nood, het alleen zijn schuw ik helemaal niet, integendeel. Ik heb zelfs m'n hammock bij (hangmat) om onder de estrella's, de Andalusische sterren, te slapen. Een mens verlegt nu eenmaal graag grenzen. We zien dus wel na 750 km, ergens rond Zamora welke optie we dan nemen: recht noordwaarts naar de drukke snelweg van de Camino Francés, of westwaarts op de even rustige Camino Sanabrés (via Ourense, zie kaartje) of nog vroeger westwaarts via Portugal.
In de afgelopen jaren zijn op de Vía de la Plata wel meer pelgrims overleden aan een hitteberoerte. Gezien de temperaturen, vooral in Andalusië en Extremadura, gemakkelijk boven de 35 °C uitkomen en, steeds vaker, boven de 40°, raadt men af om deze route in de zomer te doen. De beste maanden zijn nu (maart, april, mei) of oktober. Of in de winter, maar zo'n verstokte eenling ben ik nu ook weer niet en een mens moet te allen tijde zichzelf blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.