De twee laatste etappes tot Chartres, samen slechts 30 km, leggen we in één keer af; zo hebben we een dag extra om de metropool te bezoeken. We, dat zijn Esteban, een Spaanse Bask van mijn leeftijd en ik. We ontmoetten elkaar aan ‘la table des pèlerins’ in de Prieuré St-Thomas.
Hij stopt bij elk bloempje dat hij niet kent en is met geen stokken op te jagen. Om de haverklap houdt hij halt om zijn betoog kracht bij te zetten. Hij wandelt; ik stap.
Ons tempo ligt gemiddeld op 3,8 km/uur. Over 30 km doe ik normaal een uur of zes. Met Esteban duurt het er negen. ‘No es una mala velocidad’, gesticuleert hij.
Ik vreet mijn kas op maar hou vol want de conversaties zijn beter dan zijn tempo. En misschien moet ik me tijdens m’n camino wel eens meer op dat Spaanse tempo instellen...
‘Ne t’inquiète pas, on arrive à une bonne heure...’
Ik inquiète me wel want ik heb verdraaid nog geen slaapplek voor vanavond. De jeugdherberg is gesloten en de andere adressen (la maison des pèlerins...) zijn of volzet of met vakantie. Hotelletjes genoeg in Chartres, daar niet van, maar op een pelgrimstocht is een hotel echt wel je laatste keuze. Gezien er geen tijd te verliezen valt, zet ik de grote middelen in: een mail naar het rectoraat van de kathedraal. Dichter bij de Grote Baas kan een mens van mijn niveau moeilijk geraken. Nog geen uur later krijg ik al antwoord van le secrétariat de l’évèque: ‘Contactez Hostellerie Saint-Yves, naast het bisschoppelijk paleis en de kathedraal’. Nog één telefoontje ben ik verwijderd van de zekerheid dat ik niet in A la Belle étoile moet slapen.
Op deze toplocatie in een 17e-eeuws pand kost een kamer op z’n minst €60 maar op vertoon van je Credencial, je pelgrimspaspoort zeg maar, doen ze ‘t voor een habbekrats. Het ontbijt is bijna zo duur als de kamer. Dus toch een hotel dan maar.
Ik twijfel geen seconde en boek meteen voor twee nachten. Morgen is ‘t zondag en in de kathedraal is er ‘s namiddags een orgel- en ‘s avonds een vioolconcert. Bovendien heb ik een dag uitgespaard door twee etappetjes in één dag te lopen; ik kan ‘t er even goed eens goed van pakken in deze stad van licht, glas-in-loodramen en Chartresblauw.
Van de gelegenheid maak ik gebruik om m’n kleren goed te wassen i.p.v. een rap zeepsopje. Als de bisschop uit zijn bureauvenster kijkt, ziet hij mijn kamer volhangen met drogende t-shirts, onderbroeken en kousen. Het leven van een pelgrim... 🥴.
‘s Avonds eten we bij de Pakistaan en genieten van het klank- en lichtspektakel op de kathedraal en overal elders in de stad, Chartres en Lumière.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.