In Tours heb ik zowel in tijd als afstand een vierde van de tocht afgelegd.
Tijdens de laatste etappe van het eerste kwart kom ik voor de eerste keer onderweg andere pelgrims tegen. Michel, hij liep drie dagen telkens een marathon om in Chartres aan te komen, en Laurence zijn Normandiërs die dit jaar het traject Chartres-Tours afleggen. Door het verschil in tempo lopen we elkaar pas ‘s namiddags in de kathedraal, met ook hier weer schitterende glasramen en een rijkelijk gedecoreerde gotische gevel, weer tegen het lijf.
Na een eerste terrasje (‘t is nog net koffietijd) spreken we af voor het renaissance klank- en lichtspektakel op de gevel van het Musée des Beaux Arts.
In Vieux-Tours, le quartier St-Martin, het meest levendige deel van de stad, neem ik het voornemen om volgend jaar ‘les 10 bornes’ (zeg maar km) te gaan lopen in hun thuisstad Thiberville, die zij zelf organiseren. Het is niet onmogelijk dat ‘le tisane du pélerin’ daar voor iets tussen zit...
Dag 27: Tours, rustdag
“Aimez-votre corps, respectez-le”, schrijft Père Gilbert in zijn boekje Réussis ta vie! Af en toe eens een rustdag inbouwen is nooit een slecht idee, vooral niet als je in de vroegere hoofdstad van Frankrijk bent. Het imposante stadhuis getuigt nog van dit roemrijke verleden.
In de meeste levendige historische wijk van de stad, met de beroemde Place Plumereau, ligt mijn uitvalsbasis: de basiliek Saint-Martin. Sint-Martinus (Oekene) was hier in de vierde eeuw bisschop en zijn lichaam ligt hier begraven. Net niet naast zijn graf, maar ‘t scheelt niet veel, staat mijn sponde, in het klooster van de Benedictinessen.
Wat boodschappen voor de komende dagen, wat telefoontjes om slaapplekken te regelen (want ‘t is nog altijd vakantieperiode in Frankrijk en dat maakt ‘t er niet makkelijker op) en een terrasje tussen de vakwerkhuizen en stadspaleizen moeten volstaan om de batterijen weer op te laden tot in Poitiers, de volgende halte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.