Bij het verlaten van Chenay stond de straatnaam Rue de la Pleine en dat was er niet om gelogen. Een déjà-vu; een mens zou zich zo weer in Noord-Frankrijk kunnen wanen...
In Faugerit, elders ook trouwens in deze streek met protestantse enclaven, zie je hier en daar een ‘begraafplaatsje’ van 4-5 zerken. De dominee van deze streek vertelt me dat in de 18e eeuw het protestantisme in Frankrijk verboden was en dat de gereformeerden dan maar hun familie in het geheim begroeven, in een bosje of in de tuin. Die zerken zijn er nu nog, net zoals de parasolden in de tuin die aangaf dat er een protestant woonde. Door over ‘t muurtje te kijken, leert een mens nog eens wat...
Wat verder bots ik op een Deense die in haar voortuintje bezig is aan de voorbereiding van haar nakende verhuis. Ze zal de pelgrims die hier passeren en waarmee ze graag een praatje slaat wel missen. En of mijn rugzak niet te zwaar is? Dat is belastend voor je nek, zegt ze, waarop ze me prompt, als masseuse, trakteert op een nekmassage met essentiële olie. Verder dan dat laten we ‘t niet komen; ik heb geen zin om een confrontatie met een jaloerse Viking aan te gaan.
Melle was in de middeleeuwen een centrum van muntslag; het heeft z’n rijkdom te danken aan de lood/zilvermijnen. Resultaat van die rijkdom is, toch wel uitzonderlijk, een ‘triade’ van drie Romaanse kerken. De Sint-Hilairekerk, een vaste stopplaats voor pelgrims, is werelderfgoed en heeft, naast de vele (1000 jaar oude!) gebeeldhouwde figuren op de gevel, binnenin een vernieuwd marmeren koor, altaar, doopvont en kooromgang, een kunstwerk op zich.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.