De ‘laatste’ etappe is kort en dat is maar goed ook. Om de ochtendkoude te vermijden, vertrek ik pas om acht uur; ik neem zelfs een ontbijt... In het eerste deel van de route, langs aangename paden door land- en bosgebieden, haal ik Denise en Tony in, een Amerikaans echtpaar dat ik al enkele keren in een albergue ontmoette (zo gaat dat op de Camino) en samen stappen we verder door de noordelijke wijken van de stad.
Industrie, urbanisatie en winkelcentra kan je niet vermijden als je een stad van dit formaat wil binnenkomen maar het valt best mee. De laatste stempel halen we in het kleine San Gaetano-kerkje met enkele merkwaardige kunstwerken, b.v. een kruisbeeld zonder stigmata en met de voeten naast elkaar alsof Hij wil zeggen: ik ben niet echt dood, moet je weten...
In het pelgrimskantoor haal ik m’n derde Compostela. Hij vermeldt ‘dominum’: ‘van thuis uit vertrokken’ en dat kunnen er hier niet veel zeggen.
Op de Plaza d’Obradoiro ga ik in op het voorstel van een van de privé-aanbieders die een kamer aanbieden voor dezelfde prijs als een albergue (zonder website of Booking.com en zonder al te veel formaliteiten...). Tot Bert arriveert krijg ik een eigen kamer (geen slaapzaal dus) met douche, toilet en een eigen kitchenette. En dat beetje comfort is welgekomen op een Galicische regendag. Voor de komende dagen naar Muxia en Fisterra ziet het weer er trouwens niet veel beter uit. Maar het gezelschap zal ongetwijfeld veel goedmaken.
Om mijn ‘honderd dagen’ te vieren ga ik met Tony en Denise naar La Galiciana, het meest trendy restaurant in ‘t stad met een opperbeste keuken. Een aanrader.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.