Dag 45: Le Soulié - Conques, 15,8 km

Conques is een prachtig plaatsje, gelegen in het departement Aveyron en heeft z'n middeleeuwse karakter behouden. 
Het ligt op een steile helling van een vallei van de rivier Le Dourdou, een zijrivier van de grote rivier Lot. Zowel de abdijkerk als de pelgrimsbrug staan op de werelderfgoedlijst van Unesco.
Conques staat bekend vanwege haar indrukwekkende abdij van Sainte Foy, een meisje dat in de vierde eeuw door de Romeinen werd gemarteld omdat ze haar geloof niet ontkende. Het was een monnik die de relieken van deze heilige is gaan stelen en ze in de abdij heeft ondergebracht. Zo is het een bedevaartsoord geworden en is hier een dorp ontstaan, intussen door velen tot de allermooiste dorpjes van heel Frankrijk gerekend. 
Het dorp diende als voorbeeld voor de Disneyfilm The Beauty and the Beast. De huizen, de straatjes en de pleintjes werden gebruikt om de wereld van de film te creëren... Het is mijn overnachtingsplaats voor de twee komende dagen.
Voor velen is Conques het einddoel en eindigt hier hun 'Camino'. Haast iedereen die ik tegenkwam, loopt de Via Podiensis van Le Puy naar Conques en houdt het hier voor bekeken. Ze doen enkel het mooiste maar ook zwaarste stuk. 
Vanaf hier, in de Zuid-Pyreneeën, is het 'un peu moins fysique, moins de dénivelé...'

Dag 44: Estaing - Le Soulié, 20,6 km

De GR65 heeft hier het voordeel dat het eerste gedeelte langs de Lot vlak en rustig is maar vooral over asfalt loopt. Maar de met keien en graniet bezaaide bergpaadjes zijn talrijk en een GR laat nooit een kans onbenut om over in plaats van rond de berg te lopen. 
De hele dag is het klimmen en dalen, vooral klimmen. En als je dan eindelijk boven bent, daagt de volgende helling je alweer grijnzend uit. En daarna nog een. En nog een...
Voor de rest gaat het door een landelijk en agrarisch landschap met weiden, dorpjes, boerderijen en verspreide inheemse bomen (kastanjes en noten).
Een regendag vandaag, met af en toe een opklarinkske.De regenvlagen zijn van korte duur en zijn hier in de bergen al even rap verdwenen als ze zijn opgekomen. Om foto's te nemen ben je dus maar beter rap genoeg.
In het gehucht Le Soulié is er één gîte, een berghuisje dat draait op vrijwilligers. Iedereen helpt hier mee het avondmaal bereiden, of de was doen, of noten en kastanjes rapen. 
Ik help patatten jassen, sla schoonmaken en aubergines snijden. De moussaka die Bruno ervan maakt is super. 
Aan de pelgrimstafel zit een bont allegaartje pelgrims, van Australië tot Mauritius en Martinique, elk met z'n eigen verhaal. Wat een rijkdom zit hier samen...
 



Dag 43: St-Chely-d'Aubrac - Estaing, 36,6 km

Terwijl de hele herberg nog aan de ontbijttafel zit, vertrek ik al voor zonsopgang. 
Ik ben niet de enige, ook de Franco-Braziliaan Thierry en Valérie zijn op pad. In het dorpje La Rozière zien we voor de eerste keer op deze Camino een plekje waar koffie, thee en chocomelk 'donativo' aangeboden worden
Het viel me gisteren op hoeveel pelgrims de donativo 'vergeten'... Zo blijft dat systeem niet lang meer duren, natuurlijk.
We zijn in de Aveyron en dat is de streek van de noten, kastanjes, eiken, berken, enz. Meteen een gezond ontbijt dus... en duurzaam...
De  autochtone bomen zijn hier nog niet verdrongen door exoten. De bevolking ook (nog) niet.🫣
Tegen de middag ben ik al in Espalion en dat is veel te vroeg, daarom besluit ik om nog 13 km werelderfgoed aan mijn dag toe te voegen tot aan Estaing. Zowel Espalion als Estaing zijn sprookjesachtige dorpen in de bergen,  je vergeet zowaar dat je zoveel kilometers en hoogtemeters op keien en steenbrokken gelopen hebt. Allebei behoren ze tot 'les plus beaux villages de France '. 
In het romaanse kerkje in St-Pierre, met van die mooie typische romaanse sculpturen die het erfgoed van Frankrijk zo sterk kenmerken, ontmoet ik Roger, en 78-jarige Bordelais die ook de Via Podiensis aan het stappen is, zonder wandelstokken en met alle apps op zijn smartphone. 
Wanneer ik hem voorstel om samen de iets makkelijker route departementale te nemen in plaats van de weg door het bos steigert hij nog geen klein beetje... Hopelijk ben ik op die leeftijd fysiek en mentaal nog even dit als Roger.
Estaing is een van de 10 mooiste dorpen van Frankrijk, mijn auberge bevindt zich naast het kasteel van de familie Valéry Giscard... d'Estaing.

En wie kom ik daar tegen? De onverbiddelijke snurker van in dag 37, Le Ronfleur noemen ze 'm hier... Ik heb aan de hospita beleefd een andere kamer gevraagd. En zo lig ik op een kamer alleen, met morgen maar 20 km voor de boeg.

Dag 42: Nasbinals - St-Chely-d'Aubrac, 17 km

De aarde is ongeveer 4,5 miljard jaar oud. Het biologisch leven begint ongeveer een miljard jaar later. De mens zelf loopt hier 500.000 jaar rond... dat is zowat 1 % van die tijd. In die 99 andere procenten is het landschap hier geëvolueerd tot wat het nu is, met smelten van de ijskappen, vulkaanuitbarstingen... Sindsdien is hier, behalve door erosie, niet veel meer veranderd.
De 17 kilometer van Nasbinals naar Saint-Chély-d'Aubrac zijn ingeschreven op de Unesco-Werelderfgoedlijst. In de Aveyron staan er twee delen van de Via Podiensis op deze lijst, deze van vandaag (Nasbinals-Aubrac-Saint-Chély) en een even lang stuk dat voor morgen gepland is in de Lot-vallei. 
Beide hebben het oorspronkelijke uiterlijk van miljoenen jaren geleden grosso modo behouden en dat is fenomenaal mooi. Daarin rondwandelen is een heel apart gevoel. 
Dat onmetelijke, immense, grenzeloze landschap is ontzaglijk. Hier besef je dat we als mens maar beter goed zorg dragen voor dit gigantische cadeau dat de aardkloot is.

Ok, genoeg gefilosofeerd. Ik trek tientallen foto's en geen enkele keer slaag ik er in om de grootsheid en schoonheid te capteren. 
Tot ik Jean-Louis, een Waalse fotograaf uit St-Hubert tegenkom. Hij leert me enkele knepen van het vak maar tegen zo'n Creatie (met hoofdletter) zijn geen trucjes en techniekjes opgewassen. Dit is genieten, uren aan een stuk.
We passeren het dorpje Aubrac, dat z'n naam gaf aan deze goddelijke streek. Behalve een koffie met Fabienne is hier niets te beleven. 
Eén keer per jaar ontwaakt het dorp, als in de lente de koeien uit de stal naar het plateau gebracht worden. 
Het leven kan hier nog duizenden jaren ongewijzigd verder kabbelen. En waarom niet.

Dag 41: Le Rouget-Lasbinals, 21 km

Twee hoogtepunten vandaag, natuur en cultuur.
Het Aubrac-plateau (hoge braco, hoge plaats), dat 20.000 jaar geleden na de laatste ijstijd ontstond, is nu een uitzonderlijk landschap met rotsblokken over het landschap gezaaid. 

De ijskap van, verschiet niet, toen 200 tot 300 meter dik, polierde het graniet en erosie deed de rest. En wij maar panikeren; klimaatcrisissen zijn van alle tijden.
Dit landschap is spectaculair mooi: een  uitgestrekte, ongerepte vlakte van graniet en basalt met schitterende bergweiden,heidegebieden, rivieren en meren, en karakteristieke stenen hutten met leisteendaken, waar herders onderdak vonden.

De schilderachtige weilanden zijn afgezet met muurtjes van droogsteen, waar de mooie Aubrac-koeien een zee van ruimte in een stiltegebied hebben om te grazen, vooral de stier met en indrukwekkende donkere kop. Hun melk wordt gebruikt voor de vervaardiging van de beroemde tomme-kaas, die gebruikt wordt in de aligot. Mijn avondmaal is gekend voor vandaag...

De hele etappe loopt boven de 1.000 m en de kou, versterkt door de wind, is hier intens. Handschoenen en muts zijn geen luxe. Dit woest, desolaat, verlaten vulkanisch landschap vol veenmoerassen is geweldig. In het voorjaar, als de brem, de jeneverbes, gentianen... bloeien, moet het hier heel erg mooi zijn. Een motorhome-uitstap om te onthouden.

Bij het naderen van (en in) Lasbinals is de buiten- en binnententoontelling Phot'Aubrac ongezien. De professionele en enkele geselecteerde amateurfotografen stellen tentoon in open ruimtes, in stallen, schuren enz. Het resultaat is schitterend (foto's: : hommage aan Escher - steenkool stelen in de Indische steenkoolmijnen - de schors van de witte abele).
Hoe kunnen we deze dag in de Aubrac dan ook beter afsluiten dan met aligot, aardappelpuree met kaas.


Dag 40: Le Rouget-Lasbros, 25 km

Dat de Lozère een armere regio is, stel je vast aan heel wat kleine dingen. Zo zie je b.v. in de Haute-Loire (Auvergne) om de paar km openbare toiletten, in de Lozère (Occitanie) zie je er geen. Toiletpapier op de openbare weg des te meer. 
De weg doet echter in veel opzichten aan de Auvergne denken maar iets minder avontuurlijk (lees: gevaarlijk). 
Wandelend op de met keien bezaaide in het landschap ingesneden rivierbeddinkjes van het La Margueride-massief  naderen we het Aubrac-plateau. 
Tegen het einde van de dag komen we in het regionale natuurpark Aubrac, vanaf een hoogte van 1300 m  dalen we naar 900 meter. Op het plateau zijn de zwaarste klimpartijen achter de rug en maken we kennis met de befaamde  Aubrac-runderen.
Stappen met dokter Fabienne gaat net iets makkelijker dan alleen. Samen komen we aan chez Marie in Lasbros, de beste gîte die ik tot op heden meemaakte.
 Dat ligt voor een deel aan Daniël en Christian, met wie ik de kamer deel en vanmiddag al geluncht heb, maar evenzeer aan het lekkere avondmaal en de gastvrije ontvangst van Stéphanie en Marc  
Een stoofpotje van Aubrac-rundsvlees, wat anders?

Via degli Dei, dag 6: San Piero a Sieve - Firenze

( Kunstwerk: de Via degli Dei, vrij als een vlinder)  De zon geraakt er niet door vandaag maar met slechts één bui is dit een va...