Dag 60: Éauze-Nogaro, 20 km

De laatste dag van dit derde deel loopt door het licht golvende Gascogne, 
versierd met bossen, landbouwvelden (ganzen...) 
en vooral wijngaarden (voor de Armagnac). 
Omdat het zondag is en de Camino hier een wintertje on hold gezet wordt, doe ik mezelf een cadeautje van >2km 'de raccourci'. François, 73, denkt er net zo over. 
Nogaro is niet een van de meest aantrekkelijke steden aan de Camino, maar er zijn een enorm openbaar park en een arena (afmetingen volgens de gulden snede) en dat geeft al direct een zuiders gevoel, te meer omdat we al de hele dag met de Pyreneeën op de achtergrond stappen. 
Vanaf hier is het nog een 180 km naar SJPdP en dus zowat 950, afhankelijk van de route, naar SdC (dit derde deel, Le Puy-en-Velay tot Nogaro, bedroeg 585 km). 
Gezien de albergues in sneltempo beginnen te sluiten (alleen het duurdere segment, chambres d'hôtes met half pension, blijft nog open) zal de finale voor na de winterstop zijn.  

Dag 59: Condom-Éauze, 33,5 km

Het voordeel van in een kamer alleen te slapen is de goede nachtrust, waardoor ik om zeven uur al de deur uit ben. 
Het is altijd bijzonder als je de zon (achter je, want ik wandel naar het westen) van achter de heuvels door de laaghangende bewolking ziet opstaan. 
De mooie zonsopkomst is zowat het enige van de dag dat vermeldenswaard is. Eigenlijk kan je deze etappe gewoon skippen, ze is lang, loopt zoals gisteren door de wijngaarden van de Armagnac 
met op het einde een heel saai stuk van 7,5 km (!) op de oude spoorwegbedding van Lamothe tot Éauze. 
De route is bezaaid met enkele prachtige dorpjes: 
vooral Larressingle (ommuurd, feodaal) is het ommetje de moeite waard 
maar de GR maakt een grote bocht om door Montréal te gaan en dat is jammer van de kilometers. De auto's verpesten er gewoon het charmante dorpsplein; foto's heb ik er zelfs niet genomen.  
Éauze heeft een flink aantal middeleeuwse gebouwen
 en een kathedraal, de derde in drie dagen tijd. 
In Caesars tijd was Éauze immers de hoofdplaats van het district Novempopulania, Gascogne dat nu de Gers genoemd wordt. 

Dag 58: Lectoure-Condom, 26 km

We beginnen de dag met de beklimming van de 45 (vroeger 80) meter hoge toren van de kathedraal in Lectoure. Aan Frank, die het verschil niet kent tussen een kerk en een casino, zeg ik dat hij de trappen op z'n knieën moet doen. En zo raak ik toch nog als eerste boven... 🤣
Door de regen in de Gascogne is het zicht echter beperkt. 
Toch zien we, 100 km verder, de Pyreneeën liggen.
Neen, er staat geen typfout in de titel, PK en JV en MS en BV en MS en enz... Condom (bet. samenvloeiing) is vooral gekend van de Drie Musketiers en de vierde, d'Artagnan (die trouwens echt geleefd heeft en in dienst was van Louis XIII en XIV), is van hier in de buurt, in Lupiac. 
De tweede dag door de Gers bevat wat meer hellingen en oude dorpen die me aan Toscane of Umbrië doen denken. En helaas ook meer nattigheid; de hele dag motregent het.
Om door La Romieu te gaan, werd een paar jaar geleden de GR aangepast, waarbij een aanzienlijke omweg werd gemaakt, die ik trouwens niet neem. Naast de werelderfgoedabdij daar is La Romieu ook het kattendorp en ik laat de eer aan Filip en Kaat of aan Fabienne; zelf spaar ik die kilometers op voor morgen.
Condom mag dan Lectoure niet overtreffen in monumentaliteit, het heeft ook een kathedraal en daar staat het beeld van de vier Musketiers. Maar de schoonheidsprijs van de dag gaat ongetwijfeld naar De Kruisweg in de kathedraal, de mooiste die ik ooit gezien heb. 
Focus op Maria, en van Christus zie je enkel de handen. Of zijn het de onze?
Veertiendaagse weersverwachting hier:

Dag 57: Auvillar-Lectoure, 33 km

Het was een lange maar aangename etappe vandaag, zowel door het licht glooiende terrein tussen de zachte heuvels in dit landbouwgebied als voor de opeenvolging van pittoreske stadjes. 
 Na de Lot&Garonne is dit de Gers, 
een streek die bekend staat om zijn pluimvee, foie gras en patés, maar ook om zijn charmante landschap en historische centra. 
Onderweg ontmoet ik Valentin, beginnend randonneur/freelance webdesigner en Frank, een vagebond die zonder geld of middelen leeft. 
De etappe eindigt in de monumentale enclave Lectoure, een dorp naar de vorm van de heuvel, volgebouwd met statige herenhuizen, middeleeuwse stadspaleizen 
en een indrukwekkende kathedraal. 
Ik neem beiden mee tot aan de albergue, 
een oud 'hôtel particulier' (maison d'une famille noble) en nu presbytère. 

Dag 56: Moissac-Auvillar, 23 km


De temperatuur blijft uiterst aangenaam (zo'n 25 graden vandaag) en na het avondje stappen met Michel is een kortere etappe welgekomen. 
Bij het verlaten van Moissac heb ik de keuze: langs het Canal des Deux-Mers blijven (met de prachtige platanen als kathedralen langs het water)
of de 'officiële' GR door de heuvels volgen, kuitenbijters maar ook belle-vuen inbegrepen dus. Een ervan is de samenvloeiing van de Garonne en de Tarn.
GR's hebben de gewoonte om ommetjes te maken om asfaltwegen te vermijden. Op deze Camino betekent dat al gauw een of meerdere extra-klimpartijen per dag. Als je dan boven komt en toch weer niets extra ziet omdat je boven gewoon weer tussen de bomen staat zonder uitzicht, heb je al gauw het gevoel dat alle extra-inspanning voor niets geweest is. En dàt is een afknapper. 
De voorbije dagen eindigt de dag telkens met een flinke klimpartij (zowel Moissac als Auvillar liggen op een hoogte) en het wondermooi panorama doet dan al snel het gesakker van de voorbije dagen vergeten. 
Auvillar zou, na Conques, kunnen wedijveren voor de tweede prijs van mooiste stad op de Camíno van Le Puy. 
Met Juliette, zelf uitbaatster van een gîte, en de Australische Bronwen, genieten we van dit verrukkelijk blikveld.
De gîte, la petite Inde en dat verwijst naar de kleine Indische gastvrouw (inclusief de bindi op het voorhoofd), is weer een toppertje. 
Gaat het landschap wat in dalende lijn, de gîtes daarentegen wedijveren in kwaliteit. De prijs stijgt mee, natuurlijk, maar voor niets gaat enkel de zon op, Camino of niet.


Dag 55: Lauzerte-Moissac, 28 km

Ik  ben het enige echte leven
Langs weinig tot geen bewoonde centra (lees: geen winkeltjes of terrasjes...) maar des te meer door fruitbomen, beken, rivieren en heuvels, loopt de route tot aan de samenvloeiing van de Tarn en Garonne, waar Moissac gevestigd is.
(mijn ontbijtplekje)

In de middeleeuwen was de abdij van Moissac zowel religieus als cultureel als politiek van groot Europees belang. 
Daar ontmoet ik mijn caminamigo van vorig jaar in de Landes, de Bretoen Michel. Het weerzien is hartelijk en de sfeer van verleden jaar zit er direct weer in. We bezoeken eerst de werelderfgoedsite die de abdij is 
(het scriptorium, 
de kloostertuin met de gebeeldhouwde kapitelen van meer dan duizend jaar oud
het beroemde timpaan natuurlijk,
 er staat zelfs een orgeltje van in de tiende eeuw...) en daarna, ja... ge moogt één keer raden wat we gedaan hebben... Michel is Bretoen en ik ben Vlaming ..
Toch maken we nog een wandeling naar de 'pont canal', het kanaal Toulouse-Bordeaux dat meer dan 300 meter lang over de Garonne loopt, een van de grootste van Frankrijk.
Naarmate de avond vordert, stijgt het animo en ook de inspiratie. We spreken af om volgend jaar samen de Kungsleden in Zweden te stappen... 
Eerst toch maar de Via Podiensis tot een goed einde brengen...

Via degli Dei, dag 6: San Piero a Sieve - Firenze

( Kunstwerk: de Via degli Dei, vrij als een vlinder)  De zon geraakt er niet door vandaag maar met slechts één bui is dit een va...