De lange oversteek van de Montes de Oca (1000 meter hoogte) door een bosrijk gebied doet sterk aan de Landes denken. Met enkele stevige hellingen (200 meter tijdens de eerste 3 kilometer) is het een welkome afwisseling na de vervelende kilometers langs de autoweg gisteren. We naderen Burgos en in het landschap laat zich dat duidelijk zien; denk de heuvelruggen weg en je ziet direct de meseta voor je...
De tweede helft van de etappe is een aangename wandeling door de Sierra de Atapuerca en zijn uitlopers.
Mijn wandelgezel is Carol, een 76-jarige Amerikaanse (Texas) die al voor de vijfde keer de (telkens andere delen van de) camino doet. Ze heeft over alles een mening en over klimaatopwarming maakt ze zich niet druk. ‘t Is altijd zo geweest met pieken en dalen, nu gaat ‘t misschien wat sneller ja... maar paniek is nergens voor nodig. Waarvan akte.
In de albergue in Atapuerca (in het gebergte hier vond men 25 jaar geleden, tijdens de aanleg van de spoorweg, resten van de homo antecesor, een tienjarig meisje dat 780.000 jaar geleden leefde en dus de oudste menselijke fossielen van West-Europa) is de keuken gesloten (Covid, natuurlijk). Hubert zal een andere keer moeten koken... Het wordt brood vanavond, met tonijnpaté..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.