Om Burgos binnen te wandelen, neem ik -met twee Oost-Duitsers- een alternatieve route om het luchthavengebied en de industriezone te vermijden. Anderen kiezen voor dit deel een taxi; bussen zijn er niet op zondag. Niet voor de échte jeans of Westerse chocolade zijn de Oost-Duitsers blij, maar wel voor hun herwonnen vrijheid en recht op een eigen mening/geloof/pers...
Vijf kilometer voor Burgos brengen twee Spaanse oma’s me via een bospad tot bij het klooster Cartuja de Miraflores, de witte paters, kartuizermonniken. In hun kerk zijn Vlaamse glasramen terug te vinden. Het geheel straalt rijkdom maar ook rust uit, een ongekende parel.
In Burgos bezoek ik het museum van de menselijke evolutie (daar liggen de opgravingen van Atapuerca, zie gisteren) en leer er alles over de homo’s (antecesor, heidelbergensis, neanderthaler, sapiens), over Darwin, het klimaat... en denk aan wat Carol zei... je moet er je slaap niet voor laten.
De kathedraal van Burgos is natuurlijk de grootste kunstschat van Spanje. Ook al hangt er een beetje bloed aan dat goud, de vijftien kapellen, de glasramen, de koorbanken met inleghout, schilderijen (Da Vinci)... alles is hier om ter mooist.
Vooraleer ik vertrek, bezoek ik nog de Prado-tentoonstelling op de promenade tussen de platanen, de levendige Paseo del Espolon. Het hangt er vol met wereldberoemde schilderijen, waaronder uiteraard vele Spaanse, Italiaanse en Vlaamse meesters.
In de albergue, boven een restaurant, verwen ik mezelf met een grillmenu van het huis. Vooraleer de 500 laatste kilometers aan te vatten, mag een mens al eens een reserve-eiwitje en een vezeltje inslaan...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.