Via degli Dei, dag 6: San Piero a Sieve - Firenze

(Kunstwerk: de Via degli Dei, vrij als een vlinder) 

De zon geraakt er niet door vandaag maar met slechts één bui is dit een van de betere dagen... Gemakkelijk maken de goden het niet, de natte kronkelende paadjes met veel losse stenen zijn lastig begaanbaar. 
Van zodra de weg begint te dalen, openbaart het landschap zich: wijn-en olijfgaarden, pijnbomen en Toscaanse groene heuvels met steeds meer en grotere okergele villa's met cipressen en weelderige tuinen die over de hellingen verspreid liggen. Mijn middagmaal eet ik op de binnenplaats van een van de belangrijkste kloosters van Toscane: Monte Senario. 
Terwijl ik mijn traditionele kaarsjes brand, hoor ik de broeders orgel spelen.
In Fiesole, het 'balkon van Firenze' ligt de dom 200 meter lager aan m'n voeten. Hier op deze heuvel was het dat Da Vinci pogingen om te vliegen uitvoerde (in de jaren 1500, 't staat niet op veertien dagen) en er, althans volgens de mythe, in  slaagde ook, toch voor een kilometer.
Nog een uurtje en dan ben ik in de bakermat van de Renaissance, waar de De Medici's het bankieren uitgevonden hebben en prinsen pausen en koningen leverden. En waar ze hun fortuin investeerden in paleizen, kerken, kunstenaars (Michelangelo), vernieuwende of provocerende kunst en zo de stad werd met de meeste beroemdheden uit de geschiedenis.
En de kunst blijft hier duren, tot in het banale, zoals de schilderingen die de bewoners aanbrachten op de deurtjes van de gasaansluiting in de buitenmuur.

Op deze Godenweg leef je bijna in de renaissance: ik heb gewandeld, cultuur gesnoven en ben bijna zelf gaan vliegen. Nu alleen nog een meesterwerk schilderen en een bank stichten! 
Misschien droom ik straks wel dat ik een high-five geef aan Leonardo da Vinci of dat ik zit te tafelen met Cosimo de' Medici. Als die me maar niet om m'n geld vraagt...

Via degli Dei dag 5: Monte di Fo - San Piero a Sieve

De klim naar de Monte Gazzaro, boven de wolken, is lang en verlaten. Je waant je hier echt alleen op de wereld. 
Boven kom ik Bram, een Nederlander, tegen die thuis vertrokken is. De motregen verandert in buien en dat belooft niet veel goeds voor de afdaling. Sowieso heb ik liever klimmen dan dalen; ik ga liever naar de top dan naar het dal omdat de afdeling niet enkel lastiger maar ook gevaarlijker is. 
De zware regenval maakt de rotsen en stenen superglad, de modder blijft tussen de ribbels van onze schoenzolen steken en dat betekent dus dubbel opletten. De afdaling is sowieso al geen makkie, het is niet voor niets dat er langs het pad kabels gespannen werden. 
Bram (zonder stokken) glijdt languit met z'n hoofd vooruit, het had erger kunnen aflopen. Meermaals houden mijn stokken me recht maar een keer gaat het bij mij toch ook mis. Eigenlijk is dit niet verantwoord maar we moeten erdoor. 
De hele voormiddag blijft het regenen en in het bos is dat echt geen pretje. In een bos zie je sowieso al niets van het landschap en als je dan nog uren aan een stuk moet opletten waar en hoe je je voeten zet, is de pret er snel af.
Pas een heel stuk na middag verlaat ik het bos en er priemt zowaar een zonnestraal door de wolken. Het biedt de kans om van het open Toscaanse landschap te genieten met brede groene heuvels, eenzame huisjes en gigantische cipressen. 
Eindelijk, na vijf dagen wordt het landschap poëzie. 
In San Piero a Sieve begin je de invloed te voelen van de machtige en invloedrijke familie de Medici. De kerk Pieve di San Pietro is duizend jaar geleden gebouwd in opdracht van de Florentijnse familie. En m'n logeerplaats (Giulia heeft heel haar huis ingericht voor trekkers) ligt langs de Via dei Medici. 

Via degli Dei dag 4: San Benedetto - Monte di Fo

In een oorlog is iedereen in gevaar. Behalve diegenen die de oorlog gewild hebben.

Veel kilometers staan er niet op de teller vandaag maar na een uitgebreid ontbijt (hoe wil je je eieren) volgen de hoogtepunten elkaar in deze vierde etappe op. 
Boven op de Monte Bastione is de Via Flaminia in z'n oorspronkelijke staat te zien: 2,40 meter breed, 20-25 afgeronde stenen per m², uit de steengroeve die ik eerder onderweg tegenkwam. Deze militaire weg loopt dwars over de Apennijnen en dit is slechts een van de vele heirbanen die in het Romeinse rijk aangelegd werden.
Wat verder kom ik aan het hoogste punt van de Via degli Dei, de Monte Banditacci, meer dan 1200 meter boven zeeniveau. Geen kruis deze keer, maar een klokje. Bergtoppen die in een bos liggen, hebben geen kruis maar een klokje. 

Vanaf hier gaat het bergaf, althans vandaag, en dat is in deze omstandigheden niet ongevaarlijk. De mensen die ik eerder tegenkwam (Bea, een Italiaans koppel...) geven er een voor een de brui aan en nemen de bus naar Firenze... Echt ontspannend is het inderdaad niet in deze regen. En voor de komende dagen is er geen beterschap voorzien. 
Intussen ligt Emilia-Romagna achter me en bevind ik me in Toscane, de grens is zowat het midden van de Via.
Op de middag arriveer ik aan het Duits militair kerkhof; in WOII is hier serieus gebatterd geweest tegen de geallieerden die uit het zuiden kwamen. Resultaat: meer dan 30.000 Duitse graven, sober en nederig zoals het een verliezer past, maar niet minder indrukwekkend. Onvermijdelijk gaan op zo'n plek mijn gedachten uit naar volkeren in de buurt die moeilijkheden hebben bij het vinden of behouden van een land. Er zijn er nog steeds die niets geleerd hebben uit de geschiedenis... en toch president geraken...
Mijn slaapplek op Camping Il Sergente ligt dichtbij het oude tracé van de Via degli Dei. Ik ben net op tijd binnen voor hét hoogtepunt van de dag:  de urenlange stortregen. Maar daar kijken ze hier al een tijdje niet meer van op.






Via degli Dei dag 3: Monzuno - San Benedetto

(Wat je kunt doen om de wereldvrede te promoten? Ga naar huis en houd van je familie.

Vandaag overschrijden we de grens van 1000 meter. Onderweg passeren we enkele toppen op meer dan 900 meter hoogte, zoals de Monte Venero (Venus, godin van de liefde) en ik doe niet eens de moeite om het ommetje naar het kruis op de top te doen. Bij helder weer kun je hier de Mont Blanc zien, zeggen ze...

Verderop hoor ik een geruis dat steeds harder wordt. Ik moet dus op de top zijn van de Monte del Galletto (galletto=haan) waar links en rechts windmolens staan. Ik hoor ze wel maar in de mist en laaghangende wolken zie ik ze niet... 

De focus verlegt zich noodgedwongen naar de grond waar ik voor het eerst in 't echt twee tijgerslakken zie. Groot (zo'n 15 cm) en met een spectaculair seksleven. Bij het paren draaien ze zich (hangend aan een slijmdraad) als een vlecht rond elkaar, ook hun penissen (slakken zijn hermafrodiet) draaien zich rond elkaar en na de ejaculatie eet de een het sperma op en laat de ander zich vallen... 
Over naar de Monte dei Cucchi,  begroeid met eiken en kastanjebomen. Met al dat klimwerk (meer dan duizend hoogtemeters vandaag) zit ik al op 1140 meter. Die kastanjes zijn erg belangrijk in de Apennijnen. In Madonna dei Fornelli loop ik de Londense theologe Bea tegen het lijf en samen drinken we een koffietje met... kastanjecake. 
De route loopt verder over bospaden en karrensporen, een lange steile klim met keien, grind, verharde en onverharde stukken en vooral paadjes die beekjes geworden zijn.
Wandelen in een bos in de herfst heeft iets magisch, iets sprookjesachtigs, iets huiveringwekkends ook. Je wandelt op dikke bladertapijten van duizend kleuren bruin, geel en groen,  tussen paddenstoelen, eikels, kastanjes. 
En bovenal zorgt de mist voor een heel sprookjesachtige, magische sfeer. De Romeinen (ik zit nog steeds op de Via Flaminia Militare) moeten het in m'n fantasie afleggen tegen de ridder te paard die vanuit de dichte mist te voorschijn komt om de prinses te redden. Of een trol met puntige oren en lange neus. Of beter, een elfje of een fee... Nee, dat kan niet, die zit thuis...
In de refugio 'casa delle guardie' blijft het sprookje voortpduren. In de tuin staan houten sculpturen (hier: St-Joris en de draak)
en in mijn kamer van 30m² staat een bed met gestreken lakens, een regendouche van 2m², een wasmachine ter beschikking en Andrea die een vers gemaakte pasta presenteert met porcini en truffel. Het leven van een pelgrim kan toch zwaar zijn...

Ik voel me gereed voor de koninginnerit morgen... ook al wordt voor de komende dagen regen voorspeld. Er zijn nog zekerheden in 't leven...

Via degli Dei dag 2: Badolo-Monzuno, 20 km

De Godenweg slingert door het landschap en elke bocht betekent een verrassing: een nieuw dal, een 'località' (in Italië is dat een gebied waar (bijna) niemand woont en dat ook niet bij een wijk of gemeente hoort), romantische landhuizen of uitzicht op de andere kant van de berg. 
Na een voormiddag hindernissenkoers in de modder, laverenf onder ontwortelde bomen en tussen opeengehoopte afgewaaide takken, arriveer ik aan de Monte del frate, wat berg van de monnik betekent.
Geen godennaam maar monniken staan toch dichter bij de Grote Baas dan ik, eenvoudige sterveling. 

Een lokale bewoner wijst me de weg naar de 'veilige' beklimming van de eerste berg op de Godenweg, de Monte Adone. 
De normale route is in deze omstandigheden te gevaarlijk en zo gebeurt de beklimming en afdaling via hetzelfde pad. Het thuisfront had me op het hart gedrukt geen risico's te nemen, waarvan akte dus. 
Bij het 'croce di vetta', het kruis op de top van de berg, zie je in normale omstandigheden waarom deze berg naar Adonis vernoemd werd: de schoonheid van deze beklimming is net zo mooi als de schoonheid van deze God. 
Maar driewerf helaas, het enige wat ik zie is optrekkende mist en wolken door de regen van de voorbije dagen. Geen Apennijnen, geen zicht op de valleien van Emilia-Romagna. 

Onderweg loopt de route samen met de Via Flaminia Militare. Elke keer weer is het speciaal om op een weg te lopen waarvan je weet dat hier tweeduizend jaar geleden Romeinse legioenen passeerden. 
Tot in Monzuno volgt de route de SP59 (strada provinciale). Weer een God... Monzuno is de berg van Jupiter (Mons Juno, of Jupiter). 

In WO II werd hier serieus gevochten. Het hoofdkwartier van de Partizanen (die zowel tegen de fascisten als tegen de nazi's vochten) was hier. 

Ik eet een pannini in het lokale barretje en vergaap me aan de honderden espressokopjes.
 Dit is Italië op z'n authentiekst. Als morgen het weer nu ook mee wilt...



Via degli Dei dag 1: Bologna-Badolo

De eerste dag begint meteen in stijl: 666 bogen van de portico (4 km) brengen me 250 meter hoger naar de iconische kerk van San Luca. 
Het is duidelijk dat dit op zondag voor de Bolognezen een geliefde wandeling is voor de hele familie.
Inmiddels was ik er al van overtuigd dat de goden een bedenkelijk gevoel voor humor hebben. De eerste ontmoeting met de weg was via het klooster van St. Luca. Arme nonnen. Wat een klim. En ik begrijp nu ook waarom nonnen een habijt dragen. Er zijn geen broeken waar die ijzeren kuiten in passen. 
Maar er zijn natuurlijk ook weer van die Übermenschen. Hardlopers. Terwijl ik naar boven puf, vlinderen die gasten alsof het niks is naar boven. 
Aan de basiliek houdt Rafaelo me tegen en geeft me de raad een andere dan de officiële route te nemen. Ik volg zijn raad en dat blijkt een goede keuze te zijn. In Sasso di Marconi zie ik Thomaso en zijn moeder Noémi en zij volgden wel de officiële route maar moesten halverwege terugkeren omdat straten onder water/modder stonden of er een aardverschuiving was geweest door de overvloedige regenval. 
De alternatieve route via Sasso Marconi, de geboorteplek van Marconi (die van de morsetekens), is verre van mooi (steeds maar langs de SS, Strade Statale, de Rijksweg dus) maar wel begaanbaar. De bergen waar de (onbereikbare) route echt loopt, zien we aan de overkant. 
Volgens een lokale bewoner, met stofsluns en zeemvel, zo iemand die nooit buiten komt, is de albergue onbereikbaar. Thomas en Noémi houden het hier voor bekeken en dus trek ik alleen verder. De herberg onbereikbaar?? 
Die ligt toch in de bergen? Ik waag het erop en 3 km verder zit ik op het steile bergpad en aan 2,5 km/uur klim ik naar het hoogste punt van vandaag op 450 meter maar met een helling van 20%...
Met Marçin en Carmen gaan we wat eten in het lokale restaurantje van Badolo en wie komt daar ook binnen... Thomaso en Noémi. Ze hebben een taxi genomen om te komen eten... 
zicht vanuit de kamer

Via degli Dei, dag 6: San Piero a Sieve - Firenze

( Kunstwerk: de Via degli Dei, vrij als een vlinder)  De zon geraakt er niet door vandaag maar met slechts één bui is dit een va...