Niets is teveel en... teveel is nooit genoeg
Nog voor dag en dauw ben ik al op pad. Het is nog geen zeven uur als ik als eerste de albergue verlaat om te kunnen genieten van de zonsopgang achter me (ik wandel naar het westen, dus...).
Een ontbijt is er niet in de albergue en dus stop ik een uur later in het volgende dorpje in de eerste de beste bar waar de bakker net vers brood levert. De vaste klanten zitten inmiddels al aan de toog voetbal te kijken... Ik eet het brood met de notenpasta uit mijn rugzak, en een verse ‘americano’.
Nog een (laatste) dagje meseta: vlak terrein en uitgestrekte graanvelden. Vandaag gaat bijna de hele etappe over onverharde paden voor pelgrims, langs een rij bomen met de lovenswaardige bedoeling om een beetje schaduw te bieden. Je hoort me niet klagen; >20 graden eind september is mooi meegenomen.
In Sahagún staat Gina, de caminamiga van in Ventosa die de saaiste etappes ingeruild heeft voor een extra-rustdag, klaar voor een terrasje. We praten wat bij en 10 km verder ligt de meseta, het Grote Niets, de Immense Leegte, de Desolate Woestijn, de Barre Vlakte... achter de rug.
De Camino Francès ligt nu al voor meer dan de helft achter de rug: 430 km op de CF en in totaal 1622 km afgelegd
en dat mag beloond worden met een pelgrimsmenu: koude asperges als voorgerecht, kabeljauw met friet als hoofdgerecht en een flan als dessert. Kostprijs €11 (water en wijn inbegrepen), daarvoor moet je ‘t niet laten en een pelgrimstocht is nu ook geen strafexpeditie...